Passieve en actieve kathodische bescherming

Men onderscheidt essentieel twee methodes:

- bescherming door een opofferanode (passieve kathodische bescherming): is gebaseerd op het ontstaan van een galvanische cel bij koppeling van het te beschermen metaal aan een minder edel metaal dat als anode zal fungeren en dus in oplossing zal gaan, zodat aan het te beschermen metaaloppervlak uitsluitend kathodische reacties doorgaan (figuur boven);

- bescherming door opgedrukte stroom (actieve kathodische bescherming): het te beschermen metaal wordt aan een gelijkstroombron gekoppeld die door middel van een hulpelektrode, die als anode zal fungeren, een beschermingsstroom naar het te beschermen metaal stuurt (figuur onder).

Uit de figuur blijkt dat bij constructies in de bodem het anodemateriaal telkens in een speciaal daartoe ontwikkelde goed geleidende omstorting (backfill) wordt geplaatst. Deze omstorting heeft tot doel de weerstand van het milieu rondom de anode te beperken, zodat een uniform verbruik (passieve kathodische bescherming) van de anode en een optimaal rendement (dit is de verhouding tussen de werkelijk afgegeven stroom en de theoretisch afgegeven stroom per kg gewichtsverlies van de opofferanode) mogelijk is. De omstorting moet eveneens voor een zo homogeen mogelijk verspreid elektrisch veld rondom de anode zorgen. Haar derde taak is de polarisatie van de anode beperken.


Bron:Handboek constructiematerialen, corrosie en corrosiebescherming,  2000.

originaltype: 
pdf
 
Meer lezen over Passieve en actieve kathodische bescherming?