Controller Area Network [CAN]

CAN (Controller Area Network) werd ontwikkeld door het Duitse Bosch (1986). Oorspronkelijk is CAN bedoeld als alternatief voor dikke kabelbomen in motorvoertuigen. Voor aansturing van lampen, relais en andere elektrische verbruikers volstaat de geringe bitfrequentie van ongeveer 10 kbit/s. Voor elektronische ontsteking, motor-management, ABS en automatische transmissie wordt een tweede en aanzienlijk sneller CAN-netwerk gebruikt (tussen 100 kbit/s en 1 Mbit/s). Het seriële protocol ondersteunt zulke real-time-eisen met een zeer effectieve beveiliging tegen allerlei fouten. Om deze reden is CAN ook zeer bruikbaar gebleken in de industriële automatisering, waar het netwerk inmiddels op grotere schaal toepassing heeft gevonden. Het fysieke netwerk en de bitfrequentie zijn in CAN niet gespecificeerd. Als bekabeling kan een enkeldraads lijn dienen, maar ook een twisted-pair of glasvezelverbinding. Soms wordt ook RS-485 gebruikt. De bitfrequentie kan liggen tussen 5 kbit/s en 1 Mbit/s. CAN vormt een netwerk van het type producent/consument. Elk verzonden bericht wordt door alle andere netwerkdeelnemers ontvangen. Een bericht kan maximaal 8 databytes bevatten en heeft een identificatieveld van 11 of 29 bits. Als abonnee kunnen aangesloten stations de gewenste berichten verwerken door uitfilteren van een bepaalde identificatie.