Schets van een Foudrinier-langzeefmachine

De kunst van de papierfabricage berust in:

a) het verkleinen van het hout, het zogenoemde mechanisch ontsluiten;

b) het deels of geheel verwijderen van de niet-cellulosehoudende bestanddelen (het zogenoemde chemisch ontsluiten);

c) het vormen van papierpulp, het zogenoemde raffineren en/of homogeniseren van de papierdeeg, uitgangsproduct voor de papiermachine. De homogenisatie gebeurt onder inwerking van sneldraaiende messen. Het toestel staat bekend onder de benaming 'Hollander' of raffineur.



De papiermachine staat verder in voor:

a) de verdeling van het vezelig materiaal onder bladvorm samen met het verwijderen van het water. Dit gebeurt op vlakke, snellopende (tot 60 km/h) zeven in de zogenoemde langzeefmachine die nog steeds volgens zijn ontdekker Foudrinier wordt genoemd. Karton wordt meestal op een traag draaiende cilinderwand voorzien van een zeef gevormd. Moderne installaties laten echter het samenstellen toe van verschillende papierlagen: twee tot drie samenlopende langzeefmachines of twee tot drie achtereenvolgend opgestelde cilindermachines worden hiertoe gebruikt. De richting waaronder de zeef zich verplaatst, wordt machinerichting MR (MD: Machine Direction) genoemd, de loodrecht daarop staande richting, de dwarsrichting DR (CD: Cross Direction);

b) het afnemen van het vochtige papiervel dat verder tussen kalanders wordt geperst;

c) het drogen van het vel tot een vochtgehalte van ca. 8 %;

d) het oprollen op cilinder van de gevormde papierband. Het versnijden tot smallere banden kan gelijktijdig gebeuren; karton wordt in bladvorm gestapeld.

Bron:Handboek procestechnieken en -engineering,  2001.