Verschillende typen mantel van shell-and-tube-warmtewisselaar
De verschillende uitvoeringsvormen van shell-and-tube warmtewisselaars zijn door de Amerikaanse Tubular Exchanger Manufacturer's Association vastgelegd in de zogenaamde TEAM-code. Wat de mantel betreft komen de volgende typen in aanmerking:
type E: dit type wordt het meest toegepast. De warmtewisselaar is hierbij meestal voorzien van vaste pijpplaten.
type F: bij deze uitvoering is de mantel voorzien van een horizontaal langsschot (longitudinale baffle). Bij dit type wordt tegenstroom van de twee procesmedia bereikt door de pijpenbundel van twee passages te voorzien. Dit type wordt vooral gebruikt als de volumestroom door de mantel klein is ten opzichte van de volumestroom door de pijpen. In dit geval zou de mediumsnelheid in een type E-mantel te laag worden. Type F kan ook gebruikt worden wanneer de uitlaattemperatuur van de hete stroom de inlaattemperatuur van de koude stroom dicht moet benaderen. Het nadeel van dit type is echter dat het moeilijk is de opening tussen het langsschot en de mantel goed af te dichten. Lekkage van de mantelstroom over het langsschot vermindert de drijvende kracht voor warmteoverdracht aanzienlijk. In veel gevallen is daarom een platenwarmtewisselaar een beter alternatief.
type G en H: deze uitvoeringen worden vooral gebruikt indien de stroom door de mantel een gas is dat met een lage drukval moet worden opgewarmd of afgekoeld. De twee processtromen passeren elkaar dan in kruisstroom.
Bron:Handboek procestechnieken en -engineering, 2002.