snelnaardata
 

Drukregelaar

Het aardgas komt onder druk uit de bron, wordt dan gezuiverd, getransporteerd onder hoge druk, ontspannen en gedistribueerd onder lage druk. Uiteindelijk komt dit gas in een brander terecht. Wil deze brander goed functioneren, dan dient de druk aan de brander nagenoeg constant te blijven.

Afhankelijk van plaats en specifieke functie van een gasdrukregelaar bestaat er een grote verscheidenheid aan drukregelaars. Een drukregelaar in een distributienet is in principe hetzelfde als een drukregelaar voor een toestelbrander. In uitvoering zijn er echter belangrijke verschillen.

Naargelang voor of na het druktoestel wordt gemeten spreekt men van achterwaarts regelen en voorwaarts regelen. Naargelang men een absolute druk of een verschildruk wil meten is de primaire meetcel anders opgebouwd.

In de gastechniek komt het herhaaldelijk voor, dat de gasdruk moet worden verlaagd en/of gestabiliseerd. Het is noodzakelijk om uit veiligheids- of doelmatigheidsredenen de gasdruk te regelen. Bij gasbranders wordt de primaire gasdruk zo constant mogelijk gehouden. Hiervoor wordt in de meeste gevallen een gasdrukregelaar gebruikt.

Gasdrukregelaars zijn proportionele regelaars: de correctie is evenredig met de afwijking ten opzichte van de gewenste waarde. Ook een evenwichtstand is mogelijk: indien de afwijking 0 is, dan is ook de correctie 0.

De principes van een proportionele regeling zullen nu aan de hand van een veerbelaste drukregelaar duidelijk worden gemaakt. Men kan daarin de volgende onderdelen herkennen:

1. het membraan met oppervlakte Fm;

2. de veer met een veerconstante Cs, de kracht per mm indrukking van de veer;

3. de inlaatdruk Pi;

4. de uitlaatdruk Pu;

5. de klepverplaatsing x.



Indien nu de regelaar in evenwicht verkeert, kan de volgende vergelijking opgesteld worden:

Fm * Pu = Cs * x

originaltype: 
html
 
Meer lezen over Drukregelaar?