snelnaardata
 

Manometer

Bij de sturing van branders wordt er vooral bij ketelsystemen veelvuldig gebruikgemaakt van verschillende soorten luchtdruk. Het is belangrijk om deze drukken correct te meten en ze in verhouding met de stookolie- of gastoevoer te kunnen regelen. Bijvoorbeeld, bij het meten van het stookoliedebiet heerst er in deze vloeistof een hydrostatische druk, afhankelijk van de hoogte van de vloeistofkolom boven het meetpunt, van de soortelijke massa van de vloeistof, van de valversnelling en van een eventuele druk (bv. atmosfeerdruk) boven de vloeistof. Te onderscheiden valt: overdruk (hoger dan de atmosfeerdruk), onderdruk (lager dan de atmosfeerdruk) en absolute druk (ten opzichte van volledig vacum). Zonder nadere toevoeging wordt overdruk bedoeld.

De SI-eenheid van druk is pascal (Pa). Vaak wordt bar gebruikt, met 1 bar = 100 kPa.

Sommige industriële branders zijn ontworpen en gebouwd in de USA en die gebruiken nog steeds pound per square inch (psi), 1 bar is ongeveer 15 psi (14,7).

Bij kleinere branders worden vooral vloeistofmanometers nog gebruikt wanneer het gaat over kleine drukken. Voor grotere drukken worden de mechanische drukcellen toegepast (figuur).

originaltype: 
html
 
Meer lezen over Manometer?