Tandingrijping en intreestoot
Voordat twee samenwerkende tanden het ingrijpgebied verlaten, moet een volgend tandenpaar werkzaam zijn. Voor rechte vertanding zijn afwisselend één en twee tandenparen in ingrijping (zie figuur).
Deze afwisseling wordt op de ingrijplijn gemarkeerd door vier punten:
A Beginpunt van de ingrijpweg (dubbele ingrijping).
B Onderste punt van enkele ingrijping.
D Bovenste punt van enkele ingrijping.
E Eindpunt van de ingrijpweg (dubbele ingrijping).
Omdat onder belasting een tandenpaar iets doorbuigt, ontstaat een klein verschil in hoekverdraaiing ten opzichte van een onbelast tandenpaar. Een nog onbelast tandenpaar komt daardoor iets "te vroeg" en niet zuiver "rakend" in ingrijping, hetgeen bekend staat als intreestoot. De intreestoot is, naast fabricage-onnauwkeurigheden (steekafwijking, profielafwijking, tandhoekafwijking, enzovoort), mede oorzaak van dynamische belasting (interne extra krachten) en geluidsontwikkeling.
Bron: Handboek aandrijf- en besturingstechniek, 11-98.