Vacuümzuiger of ejector

De vacuümzuiger of ejector werkt op het venturiprincipe. De perslucht is op poort (1) aangesloten. In de vacuümzuiger wordt de lucht door een klein gaatje gestuurd, waardoor de lucht een veel hogere snelheid krijgt. Boven aansluiting (3) is het kanaal voor de perslucht onderbroken en staat het in verbinding met poort (3). Door de hoge snelheid van de luchtstraal wordt de lucht uit poort (3) meegezogen. Hierdoor ontstaat er bij de poort vacuüm, dat, afhankelijk van de doorstromende lucht, tot meer dan 90% kan oplopen. De oorspronkelijke perslucht en de meegezogen lucht gaan door poort (2) naar buiten. Het gat in het persluchtkanaal wordt zo klein mogelijk gehouden om niet te veel perslucht te gebruiken. Aan poort (3) kan een zuignap worden aangesloten. Als de perslucht op poort (1) wordt afgeschakeld, stopt het zuigen en verdwijnt het vacuüm.