snelnaardata
 

Maximaal toelaatbare omgevingstemperaturen voor spoelen

De gespecificeerde maximum temperatuurgrenzen worden gevormd door de som van de temperatuurverhoging van de spoel ten gevolge van (continu) elektrische bekrachtiging en de omgevingstemperatuur. Afhankelijk van de eigen opwarming van de spoel (meestal 80  à 85 °C) is door hantering van een bepaalde spoelklasse ook de toelaatbare omgevingstemperatuur bij continu gebruik vastgelegd, zolang andere overwegingen zoals temperatuurbestendigheid van de behuizing (waarin de eigenlijke spoel is ingegoten) geen andere grenzen stellen.

 

 

Bron: Pneumatiek in de praktijk,  2002.

originaltype: 
pdf
 
Meer lezen over Maximaal toelaatbare omgevingstemperaturen voor spoelen?